Om (te veel) geld lenen bij je bv te ontmoedigen heeft de overheid per 1 januari 2023 de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap in het leven geroepen, welke wet een wijziging op de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Invorderingswet 1990 inhoudt. De wet geldt voor iedere aandeelhouder met een aanmerkelijk belang. Aandeelhouders hebben een aanmerkelijk belang bij een aandelenbezit van 5% of meer.
Om te bepalen of er sprake is van excessief lenen worden schulden aan de bv van je fiscaal partner en/of ‘verbonden personen’ (zoals je kinderen) ook meegeteld. De gezamenlijke drempel was in 2023 € 700.000,-, maar is in 2024 verlaagd naar € 500.000,-. De gezamenlijke drempel geldt ook als je beiden aanmerkelijk belanghouder bent van een andere bv.
Zijn je schulden hoger dan het drempelbedrag, dan wordt het meerdere belast in box 2 (inkomsten uit aanmerkelijk belang) tegen een tarief van 26,9% in 2023 en in 2024 met 24,5% over de eerste € 67.000,- en 33% over het meerdere.
Onder bepaalde voorwaarden tellen eigenwoningschulden niet mee voor de totale drempel van € 500.000,- maar worden zij gezien als schuld voor je hoofdverblijf welke in box 1 valt. Daarnaast geldt dat voor eigenwoningschulden die na 31 december 2022 zijn ontstaan een recht van hypotheek ten behoeve van de eigen bv moet zijn gevestigd. Een woningfinanciering in box 3 telt wel mee voor de drempel van € 500.000,-.
Eventuele vorderingen op de bv worden niet met de schulden verrekend. Er wordt voor de vaststelling of er sprake is van excessief lenen enkel gekeken naar het bedrag van de schulden die je aan de bv hebt.
Om belastingheffing in box 2 te voorkomen kan het handig zijn om dit jaar (een deel van ) je schulden aan de bv af te lossen om op die manier onder de drempel van € 500.000,- te blijven. Dit is echter afhankelijk van je specifieke situatie.
Heb je vragen naar aanleiding van dit artikel of wil je advies over je persoonlijke situatie, neem dan gerust contact met ons op. We helpen je graag!